Mercateo Cataloguetool

Voer in deze 2 kolommen vanaf rij 4 de unieke ID-nummers en namen voor alle categorieën en subcategorieën in. De ID’s laten de relatie tussen de hoofd- en subcategorieën zien. Bijvoorbeeld:

LET OP – Rij 3 is de ‘basis’ van een catalogus en heeft daarom altijd als GROUP_ID een ‘1’ en als GROUP_NAME ‘catalogus’.

Deze kolom is alléén relevant voor merkenpagina’s.

In dat geval voert u hier een lange omschrijving voor de categorieën in. De volgende HTML-tags mogen hiervoor gebruikt worden:

NIET toegestaan: HTML-code voor links, tabellen en body-tags.

Deze twee kolommen zijn alléén relevant voor merkenpagina’s.

In dat geval voert u hier informatie over categorie-afbeeldingen in. Voer dan bij MIME_PURPOSE altijd ‘normal’ in en bij MIME_SOURCE de naam van het bestand van de afbeelding. Bijvoorbeeld:

In deze kolom geeft u aan of een categorie verdere subcategorieën of producten bevat. Rij 3 is de basis van een catalogus, voer daarom ‘root‘ in bij CATALOG_STRUCTURE type. Bij categorieën die verdere subcategorieën bevatten voer ‘node‘ in. Bij categorieën die producten bevatten voer ‘leaf‘ in. Een categorie kan nooit subcategorieën en producten tegelijkertijd bevatten!

Voer hier de GROUP_ID van de ouder-categorie van de betreffende subcategorie in. Bijvoorbeeld:

LET OP – Verander rij 3 niet. Deze is altijd de ‘basis’ van een catalogus en heeft daarom altijd als PARENT_ID de ‘0’.

U kunt deze kolom leeg laten en dan worden alle (sub)categorieën automatisch op alfabetische volgorde gesorteerd getoond. Wilt u dat niet, geeft dan hier op basis van een nummering de gewenste volgorde aan.

Voer hier het unieke artikelnummer per product in.

LET OP:

• Maximum aantal tekens: 35

• De volgende tekens mogen NIET gebruikt worden: & # ,

Voer hier de unieke EAN-code of GTIN van het product in.

Voer hier de unieke artikelnaam van een product in. De titel of artikelnaam is de basis voor een goede vindbaarheid. Gebruik hiervoor de elementen: Merk Model – unieke eigenschap (bijvoorbeeld kleur of afmeting) – producttype/zoekwoord. Gebruik geen afkortingen en niet alleen hoofdletters.

Hoe weet u hoe u het product het beste kunt omschrijven of noemen?
Zoeken klanten bijvoorbeeld eerder op tv of televisie, laptop of notebook?
Gebruik hiervoor de Zoekwoordplanner van Google (en Google Trends).

LET OP:

• Gebruik geen ! , ? of &

• Gebruik maximaal 120 tekens

Voer hier de uitgebreide artikel-omschrijving van een product in. Maak duidelijk waar het artikel geschikt voor is en laat de naam van het product en een relevant zoekwoord terugkomen. Zorg voor goedlopende zinnen en een relevante tekst. Omschrijf geen eigenschappen van andere of vergelijkbare producten, omdat dit de filterfunctie negatief kan beïnvloeden! U mag de volgende HTML-tags gebruiken om de omschrijving structuur te geven:

LET OP:

• Maximum aantal tekens: 64.000.

• Gebruik geen afkortingen.

• HTML-code voor links, tabellen en body-tags is NIET toegestaan.

• Voeg informatie over normen zoals DIN en ISO toe.

• Gebruik voor productkenmerken de kolommen: FNAME, FVALUE en FUNIT.

• Gebruik voor informatie over inhoudseenheid en verpakkingshoeveelheid de kolommen CONTENT_UNIT en NO_CU_PER_OU.

Voer bij MANUFACTURER_AID het unieke artikelnummer van de fabrikant in en bij MANUFACTURER_NAME de merknaam.

Voer bij PRICE_AMOUNT de prijs per product in en geef bij ARTICLE_PRICE price_type aan hoe de prijs geïnterpreteerd moet worden. Gebruik hier:

• ‘net_list’ voor de inkoopprijs voor Mercateo bij u als leverancier

• ‘net_customer’ voor adviesverkoopprijzen, in het geval van een klantspecifieke raamcontractcatalogus en indien u meedoet aan de Mercateo-Reverse-Auction om de laagst mogelijke inkoopsprijs op te geven

U kunt ook staffelprijzen opgeven. Zet dan de staffel en een dubbelepunt voor de prijs. Scheid meerdere staffels met een spatie.

Bijvoorbeeld: uw verkoopprijs aan Mercateo is € 14,99 per stuk, € 13,99 per stuk vanaf 10 stuks en € 12,99 per stuk vanaf 20 stuks. De adviesverkoopprijs is € 19,99. In het productbestand ziet dit als volgt uit:

LET OP:

• Voer altijd prijzen excl. BTW in.

• Gebruik maximaal 2 decimalen.

Voer hier in op hoeveel besteleenheden (ORDER_UNIT) de prijs (PRICE_AMOUNT) betrekking heeft. De eenheidsprijs wordt dan automatisch berekend door de PRICE_AMOUNT door de PRICE_QUANTITY te delen. De standaard is ‘1’.

Deze kolommen zijn NIET verplicht en gebruikt u alleen indien u wil aangeven vanaf en tot wanneer een prijs geldig is.

Laat u deze kolommen leeg, dan is een prijs automatisch geldig vanaf het moment dat de catalogus door u bij Mercateo op de FTP aangeleverd of door een update vervangen wordt.

Voer hier altijd ‘EUR’ in. Voor andere valuta’s gebruik de code volgens ISO 4217.

Voer hier per product de Btw-percentage in als factor, dus: 0.21 voor 21% BTW.

Voer hier per product de levertijd in werkdagen in.

Specificeer in deze kolommen per product de kleinst mogelijke besteleenheid, inhoudseenheid en verpakkingshoeveelheid. Bijvoorbeeld: 1 pakket sigaretten bevat 19 stuks ( pakket = besteleenheid, 19 = verpakkingshoeveelheid, stuks = inhoudseenheid).

Voer bij ORDER_UNIT de besteleenheid in.
Voer bij CONTENT_UNIT de inhoudseenheid in.
Voer bij NO_CU_PER_OU de verpakkingshoeveelheid in.

De besteleenheid en inhoudseenheid geeft u altijd als UN/CEFACT-code op:

In het productbestand ziet dit als volgt uit:

LET OP – Bij producten die alleen per stuk besteld kunnen worden laat u de kolum CONTENT_UNIT leeg.

Voer bij QUANTITY_MIN de minimale bestelhoeveelheid van de ORDER_UNIT in.
De standaard is ‘1’.

Voer bij QUANTITY_INTERVAL het veelvoud in waarmee producten besteld kunnen worden vanaf de minimale bestelhoeveelheid.

In het productbestand ziet dit als volgt uit:

Voer hier per product relevante zoekwoorden in en scheid meerdere synoniemen met een komma. U kunt maximaal 10 zoekwoorden opgeven. Gebruik voor het opzoeken van relevante zoekwoorden en synoniemen de Zoekwoordplanner van Google.

Richtlijnen voor goede zoekwoorden:

Geef hier per product aan in welke categorie het product getoond moet worden. Voer hiervoor de betreffende GROUP_ID in.

Moet een product onder meerdere categorieën komen te staan, scheid dan meerdere GROUP_ID’s met een: |

Bijvoorbeeld: 20101|20102|20202

Voer in deze kolommen productclassificatie gegevens in. Mercateo ondersteunt eCl@ss (versie 5.1.4 t/m 9.0), UNSPSC (versie 7 en 13), ETIM en .

Voer bij REFERENCE_FEATURE_SYSTEM_NAME de naam en versie van het gebruikte classificatiesysteem in.

Voer bij REFERENCE_FEATURE_GROUP_ID de classificatiecode voor het product in.

Hanteer de volgende notaties:

Dit bestand bevat eCl@ss. Voor het gebruik van de eCl@ss-standaard is een licentie nodig.
U kunt deze bestellen en registeren op het download portaal: www.eclasscontent.com.

Via deze kolommen linkt u afbeeldingen (GIF, JPG) aan producten. Eén goede afbeelding zegt meer dan 1000 woorden. Klanten zijn vaak visueel ingesteld en vertrouwen op plaatjes. Zorg daarom ervoor dat de afbeeldingen van goede kwaliteit zijn. Dit houdt in:

• dat het artikel goed zichtbaar is en gefotografeerd is tegen een witte achtergrond

• dat het artikel vanuit alle relevante perspectieven zichtbaar is (detailopnames!)

• dat er geen logo’s, url’s of watermerken in de afbeelding voorkomen

Voer bij MIME_SOURCE(1-6) de naam van het bestand van de afbeelding in.
Voer bij MIME_PURPOSE(1-6) altijd ‘normal’ in.
Voer bij MIME_DESCR(1-6) een Google relevante ‘ALT-tekst’ in zoals bijv. de artikelnaam (TIP: Kopieer de DESCRIPTION_SHORT!).

Bijvoorbeeld:

LET OP:

• Lever minimaal één duidelijke afbeelding per product.

• Niet toegestaan zijn “Geen Afbeelding”-afbeeldingen en fabrikant logo’s als enige afbeelding

• Afbeeldingen worden getoond met een resolutie van maximaal 600 x 600 pixels.

• De naam van het bestand mag geen hoofdletters, speciale tekens of spaties bevatten.

• Wilt u meer dan 3 afbeeldingen toevoegen, breid dan de kolommen uit tot 6 stuks door boven ‘kolom AR’ op het ‘+’ te klikken.

Via deze kolommen linkt u productinformatiebladen (PDF) aan producten.

Voer bij MIME_SOURCE7 de naam van het bestand in.
Voer bij MIME_PURPOSE7 altijd ‘data_sheet’ in.
Voer bij MIME_DESCR7 ‘Productinformatieblad’ in of een vergelijkbare omschrijving.

Bijvoorbeeld:

LET OP:

• De naam van het bestand mag geen hoofdletters, speciale tekens of spaties bevatten.

• Productinformatiebladen mogen geen adressen, URL’s of telefoonnummers bevatten.

Via deze kolommen linkt u veiligheidsinformatiebladen (PDF) aan producten. VIB’s zijn verplicht voor alle producten die schadelijke stoffen bevatten!

Voer bij MIME_SOURCE8 de naam van het bestand in.
Voer bij MIME_PURPOSE8 altijd ‘safety_data_sheet’ in.
Voer bij MIME_DESCR8 ‘Veiligheidsinformatieblad’ in.

Bijvoorbeeld:

LET OP:

• De naam van het bestand mag geen hoofdletters, speciale tekens of spaties bevatten.

• Bevatten producten gevaarlijke stoffen, dan bent u verplicht deze te kenmerken met EU-GHS codes. Hoe u dit doet, leest u bij ‘FNAME / FVALUE / FUNIT (1-25)’.

U kunt deze kolom leeg laten en dan worden alle producten automatisch op alfabetische volgorde gesorteerd getoond. Wilt u dat niet, geeft dan hier op basis van een nummering de gewenste volgorde aan.

Via deze kolommen linkt u vergelijkbare producten en accessoires aan producten. Voer hiervoor de betreffende artikelnummers (SUPPLIER_AID) in en scheid meerdere SUPPLIER_AID’s met een: |

Bijvoorbeeld: 1000001|1000002|1000003

Gebruik ARTICLE_REFERENCE type=similar voor producten met vergelijkbare eigenschappen en toepassingen.

Gebruik ARTICLE_REFERENCE type=accessories voor productaccessoires die de opties en functionaliteiten uitbreiden.

Gebruik ARTICLE_REFERENCE type=others voor overige relaties tussen producten.

Deze kolommen zijn alleen relevant indien u een klantspecifieke raamcontractcatalogus via Mercateo aan uw klant beschikbaar maakt en uw klant specifieke markeringen vereist zoals bijvoorbeeld ‘Kernassortiment=k’. De markeringen worden altijd met Mercateo afgestemd.

Meerdere BUYER_AID’s scheid u met een: |
Bijvoorbeeld: Kernassortiment=k | Standaardassortiment=s | Klantartikelnummer=123456)

In deze drie gerelateerde kolommen voert u informatie over productkenmerken in. De vermelding van kenmerken zorgt ervoor dat de klant verder kan verfijnen op het aanbod. Hoe specifieker de klant kan selecteren hoe relevanter uw producten.

Voer bij FNAME de naam van het kenmerk in.
Voer bij FVALUE de waarde van het kenmerk in.
Voer bij FUNIT de eenheid in (mm, mA, W, V, etc.).

Correcte en incorrecte voorbeelden:

LET OP:

• Gebruik GEEN afkortingen en vermeld ieder kenmerk afzonderlijk.

• Wilt u meer kenmerken toevoegen, klik dan boven kolom BO op het ‘+’ of voeg meer kolommen toe met oplopende nummering.

• Bevatten producten gevaarlijke stoffen, dan bent u verplicht deze te kenmerken met de volgende EU-GHS codes: